Royal Belgian Flower Arrangement Society
Reglement van inwendige orde
1. DOELSTELLING.
De “Belgian Flower Arrangement Society” (in het kort B.F.A.S.) is een vereniging die op 6 maart 1967 opgericht werd. Ze groepeert liefhebbers in de bloemsierkunst.
Het doel van de B.F.A.S. bestaat erin alle elementen die de bloemsierkunst uitmaken te bevorderen.
De bloemsierkunst is de kunst om zowel de in de natuur voorkomende, als gekweekte bloemen, bladeren, fruit en zelfs groenten op een natuurlijke en creatieve wijze te schikken.
2. STRUCTUUR.
Er zijn 2 verschillende niveaus binnen de vereniging: de nationale vereniging enerzijds
(verantwoordelijk voor de goede werking van de vzw BFAS zelf ), en de regionale afvaardigingen anderzijds.
De vzw. B.F.A.S. wordt door de volgende organen bestuurd:
– de algemene vergadering
– de raad van bestuur
– het nationale secretariaat
De werkingsmodaliteiten van al deze organen zijn statutair vastgelegd.
De regionale afvaardigingen van hun kant worden door verschillende regionale afgevaardigden geleid. Deze laatsten worden door de raad van bestuur voorgesteld, en hun benoeming wordt door de algemene vergadering bevestigd.
De duur van de mandaten is bepaald op twee jaar, maximum tweemaal verlengbaar, tenzij in uitzonderlijke gevallen en na goedkeuring door de raad van bestuur. De mandaten mogen niet worden onderbroken.
Het mandaat van regionaal afgevaardigde is niet verenigbaar met een mandaat van bestuurder van de vzw BFAS.
Het aantal afgevaardigden per regionale afvaardiging bedraagt minimum twee en maximum vijf.
In principe komt iedereen die lid is van de VZW BFAS in aanmerking om als afgevaardigde te worden benoemd.
De afgevaardigden zijn enkel verantwoordelijk voor de goede werking van hun eigen afvaardiging. Ze verbinden zich ertoe, de richtlijnen van de vzw BFAS wat betreft rapportering, planning, procedures, enz. nauwgezet en tijdig op te volgen.
Een afvaardiging vertegenwoordigt de B.F.A.S. binnen een welbepaald grondgebied zoals bepaald door de raad van bestuur.
De rol van de regionale afgevaardigden (hier hoger vermeld) bestaat o.a. erin:
– de doelstellingen van de vereniging te eerbiedigen en de geest van de club te handhaven;
– de activiteiten op regionaal niveau te programmeren en te verwezenlijken;
– alle nuttige informatie wat betreft bloemsierkunst aan de leden door te geven;
– als schakel op te treden tussen de nationale vereniging en de andere afvaardigingen enerzijds, en de
eigen leden anderzijds;
– een verzekering voor burgerlijke verantwoordelijkheid te nemen op naam van de afvaardiging, welke alle
risico’s voor ongevallen en stoffelijke schade dekt.
– de financiën van de afvaardiging te beheren.
De afgevaardigden vervullen hun functie vrijwillig, en ontvangen hiervoor geen enkele vergoeding.
Een “Vademecum van de Regionale Afgevaardigde” is beschikbaar op het secretariaat. Dit document wordt aan elke nieuw benoemde afgevaardigde overhandigd bij het aanvaarden van zijn mandaat.
3. ALGEMENE WERKING
Wat betreft de algemene werking van de BFAS, dient opnieuw het onderscheid te worden gemaakt tussen de werking van de nationale vereniging en de regionale afvaardigingen.
a. De nationale vereniging
De vereniging organiseert minstens één activiteit per jaar ( demon¬straties, tentoonstellingen, wedstrijden, voordrachten enz…) om het contact te verzekeren tussen de leden van de verscheidene afvaardigingen.
Daarenboven kan de vereniging deelnemen aan manifestaties die tot doel hebben de bloemsierkunst te bevorderen op voorwaarde dat de raad van bestuur die deelname nuttig acht.
Ze zoekt en legt contacten met gelijkaardige organisaties, zowel in binnen- als in buitenland, en stelt haar leden op de hoogte van elke manifestatie die zij interessant acht.
Met het oog op het organiseren van een welbepaalde manifestatie, kan de raad van bestuur één of meerdere commissies oprichten, waarvan de specifieke taak wordt beëindigd, nadat de eindbalans van die specifieke activiteit door de raad van bestuur is goedgekeurd.
Deze comités zijn verantwoordelijk tegenover de vereniging voor de uit te voeren taak, en zijn eraan gehouden ook over de voorbereiding en het verloop van hun activiteiten regelmatig verslag uit te brengen aan de raad van bestuur.
Verder verbindt de vereniging zich ertoe om regelmatig vormingssessies en examens te organiseren in functie van de behoeften van de vereniging en ten einde de kaders op peil te houden, en de leden de kans te geven zich verder in de bloemsierkunst te vervolmaken. Deze activiteiten worden georganiseerd door het nationaal secretariaat in overleg met de commissie van de Juryleden, na goedkeuring door de Raad van bestuur.
De werking van de commissie van de juryleden wordt in haar eigen intern reglement van inwendige orde vastgelegd.
Een korte omschrijving van de taken van verschillende kaders, actief binnen de vzw BFAS volgt hierna in § 5.
b. De regionale afvaardigingen
De activiteiten van de regionale afvaardigingen worden uitgevoerd onder de leiding van de afgevaardigden, eventueel met behulp van de kaderleden naar gelang de aard van de activiteit.
Het programma van de activiteiten van het volgend semester wordt tweemaal per jaar door de afgevaardigden opgesteld en aan het nationaal secretariaat ter goedkeuring voorgelegd, respectievelijk vóór 15 december, en vóór 15 juni van elk jaar.
Het nationale secretariaat zal zo de nationale programma’s en deze van de verscheidene afvaardigingen kunnen screenen, coördine¬ren en zal eventueel correcties voorstellen.
Eventuele geschillen, qua data of aard van de voorgestelde activiteit bijvoorbeeld, worden aan de raad van bestuur voorgelegd. De regionale verenigingen verbinden er zich toe de beslissingen van de raad van bestuur onverkort en zonder beroep te aanvaarden.
De activiteiten door de regionale afgevaardigden georganiseerd zijn in principe voorbehouden aan de leden van de respectievelijke afvaardigingen (leden met hoofdverblijf in dit bepaalde grondgebied).
Dit sluit de uitnodiging van leden van een andere afvaardiging, of van nieuwe kandidaat – leden voor een bepaalde manifestatie, helemaal niet uit.
4. BIJDRAGEN EN FINANCIËEL BEHEER
Elk nieuw lid zal een toetredingsrecht van 37 € aan de nationale vereniging schuldig zijn.
Onder de 30 jaar zal het toetredingsrecht slechts 18 € bedragen.
Zoals statutair bepaald worden de bedragen van de gewone bijdragen jaarlijks vastgelegd door de raad van bestuur. De juiste bedragen worden tijdig aan alle leden meegedeeld.
De normale bijdrage en het toetredingsrecht zullen in de maand die volgt op de toetreding worden betaald. In geval dat deze betaling na 1 oktober gebeurt, telt de bijdrage ook voor het daaropvolgende jaar.
Elk lid dat zijn lidgeld niet heeft gestort op de limietdatum zal als uittre¬dend lid worden beschouwd. Deze limietdatum wordt schriftelijk door het nationale secretariaat aan alle leden meegedeeld.
Elk ex-lid, dat wenst opnieuw lid te worden van de vereniging na een onderbreking van betaling van het lidgeld gedurende vijf jaar of meer, zal opnieuw het toetredingsrecht aan de vereniging schuldig zijn.
De regionale afvaardigingen kunnen geen enkel bijkomend lidgeld opleggen.
De regionale activiteiten zullen alleen op basis van een tussen¬komst in de onkosten of van een inkomrecht gefinancierd worden.
De afgevaardigde-schatbewaarder zal een rekeningboek houden, waarin credit en debet zullen genoteerd worden, zodanig dat hij na het afsluiten van het boekjaar een gedetail¬leerde balans van het afgelopen jaar zal kunnen voorleggen. De balans zal gedocumenteerd worden met de nodige bewijsstukken.
Deze balans zal ieder jaar vóór 15 februari bij de nationale penningmeester worden ingediend.
In geval van ontbinding van een afvaardiging wordt het saldo van de rekening als eigendom van de vereniging beschouwd. De B.F.A.S. zal deze som in reserve behouden voor het eventueel weer op gang brengen van een nieuwe afvaardiging in dezelfde streek.
De vzw BFAS zal in geen enkel geval verantwoordelijk worden gesteld voor een eventueel tekort.
Een eventueel batig saldo van een nationale manifestatie komt ten goede aan de vzw BFAS. De raad van bestuur kan echter beslissen om een gedeelte van dit batig saldo aan een goed werk te besteden.
5. KADERWERKING
Elk lid van de vereniging kan zich vervolmaken in de bloemsierkunst en toetreden tot de kaders van de vereniging mits het slagen in een officiële test .
Binnen de kaderleden bestaan de volgende categorieën:
– “Animatrices”: (Traditioneel, Modern ): mogen de (nieuwe) leden begeleiden tijdens hun initiatie in de
bloemsierkunst
– “Demonstratrices”:
a. inter-afvaaardiging : geven demonstraties binnen de verschillende afvaardigingen van de BFAS
b. Nationale : geven ook demonstraties op evenementen van nationaal of internationaal niveau
– “Leraars” : (Traditioneel, Modern) : mogen zowel lessen als demonstraties geven.
Er bestaan verschillende opleidingsgraden binnen deze categorie. N.B. : Enkel de leraars mogen
bloemstukken verbeteren.
Tijdens de voorbereiding van de tests voor de hierboven vermelde niveaus ontvangen de kandidaten alle praktische informatie over de test zelf, een gedetailleerde omschrijving van hun nieuwe opdracht en hun latere bevoegdheden . Door hun persoonlijk engagement garanderen de kaders de continuïteit van de vorming die inherent is aan de BFAS. Op deze manier dragen ze bij tot het bereiken van de eerste doelstelling van de vereniging: het promoveren van de bloemsierkunst.
6. VERPLICHTINGEN VAN DE LEDEN
De leden van de vereniging verbinden zich ertoe de statuten en het reglement voor inwendige orde, alsook de beslissingen van de raad van bestuur van de vereniging te eerbiedigen. De raad van bestuur kan terugkomen op het lidmaatschap van een lid dat de statuten en/of het reglement van inwendige orde niet naleeft.
De leden van de vereniging zullen nooit, noch ten persoonlijke titel, noch in naam van hun afvaardiging, deelnemen aan enige officiële of publieke manifestatie, noch aan een enkele activiteit met winstgevend of commercieel doel in naam van de B.F.A.S.
Alle activiteiten zoals officiële of publieke manifestaties, interviews, informatieverspreiding via de media, enz. waarin de vzw BFAS zou worden vertegenwoordigd, moeten minstens één maand op voorhand worden aangevraagd en zijn onderworpen aan de goedkeuring van de raad van bestuur.
Aanvragen voor toelating tot sponsoring en/of publiciteit van welke aard ook moeten door een lid van de vereniging, eventueel ondersteund door zijn regionale afvaardiging, schriftelijk bij de raad van bestuur worden ingediend, ter zetel van de vereniging. De beslissing van de raad van bestuur dienaangaande zal schriftelijk aan de aanvrager worden meegedeeld. Dit schrijven alleen zal geldig zijn in geval van eventuele geschillen achteraf.